Fietsparkeervoorzieningen in Fryslân: matig tot slecht

Uit een door de Fietsersbond uitgevoerd fietsparkeeronderzoek in 6 Friese gemeenten is de conclusie dat deze voor alle onderzochte gemeenten onder de norm zijn. De onderzochte gemeenten zijn Smallingerland, Friese Meren, SúdWest Fryslan, Dongeradeel, Heerenveen en Ooststellingwerf.

In alle gemeenten zijn bij het merendeel van de publiek aantrekkende bestemmingen kwantitatieve en/of kwalitatieve tekortkomingen aan de fietsparkeerlocatie geconstateerd. Bij 60% van de locaties schiet de capaciteit van de voorzieningen tekort. Bij driekwart van de locaties ontbreken bij de rekken een goed bereikbare aanbindmogelijkheid. Reeds veel eerder constateerde het Ministerie van Binnenlandse Zaken in zijn Plan van Aanpak Fietsdiefstal al dat
goede sloten weinig zin hebben als je de fiets niet goed vast kunt maken aan de “vaste wereld”. Op deze locaties hebben fietsers dus niet de mogelijkheid zich basaal tegen fietsdiefstal te beschermen. Positief is dat 80% van de locaties redelijk tot goed zichtbaar gesitueerd is ten opzichte van de ingang en de aanrijroute. Toch is dat op 20% van de onderzochte locaties dus nog niet het geval waardoor dan veel fietsers dichter bij de ingang van de bestemming de fiets op de standaard parkeren of aanbinden aan een niet daarvoor bestemd object.

Gebrek aan mogelijkheden om de fiets veilig, gemakkelijk en ordelijk te parkeren remt het fietsgebruik. Dat betekent dat er voor elke gemeente nog een hele opgave ligt, deels in samenwerking met de gebouweigenaren van belangrijke fietsbestemmingen. Fietsparkeren heeft dan ook eenzelfde professionele en planmatige aanpak nodig als bijvoorbeeld autoparkeren. Er is reeds veel kennis over fietsparkeren beschikbaar. Deze is verzameld in de Leidraad fietsparkeren van het CROW, het nationaal kennisplatform voor infrastructuur, verkeer vervoer en openbare ruimte.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten